Uit: Tips en Weetjes over trainingsacteren 50

Mijn bureau ligt vol met nog niet afgemaakt werk, werk waar ik nog niet eens aan begonnen ben naast werk waarvan ik niet weet hoe ik er mee verder moet. Mijn bureau is een rommeltje. En dat is misschien meteen de reden waarom het zich opstapelt. 

Ik bedenk vaak manieren om meer structuur aan te brengen, dingen te ordenen, op te ruimen, af te maken. Soms ben ik zo druk met het bedenken van manieren dat ik bijna als vanzelf weer een stapel onafgemaakt werk heb gecreëerd: de structuur stapel. Of opruimstapel, net hoe je het bekijkt. 

Terwijl ik dan bezig ben kom ik van alles tegen waar mijn aandacht naar uitgaat. Ik zie bonnen van mijn administratie die ik nog niet verwerkt heb. Ik doe ze in mijn bonnenbak. Die heb ik nog niet zo lang, het leek me wel een oplossing om dingen niet kwijt te raken. Ik heb ook een stapel met lesmateriaal. Daar moet ik nog een keer doorheen, want het gaat om verschillende lessen, met verschillend materiaal. En als ik dan toch bezig ben kan ik misschien ook mijn aantekeningenboekjes doorspitten om de lessen nog meer van waarde te maken.

In mijn aantekeningenboekjes vind ik dan notities van allerlei. Soms weet ik niet eens meer wat ik met aantekeningen bedoeld had, terwijl ik het toen toch opschreef met de vaste overtuiging dat ik zou onthouden waar die oefening over ging. Dan ga ik op internet zoeken of ik er iets over kan vinden, want ik had t toch niet voor niets opgeschreven. Soms vind ik daar dan iets over, gekoppeld aan een artikel. En dat vind ik dan weer interessant om te bewaren, wie weet kan ik de informatie nog eens gebruiken in een van mijn nieuwsbrieven. Dan maak ik een nieuw mapje in mijn computer met "te bewaren". Voorlopig zet ik dat op mijn bureaublad. Die van de computer dus, die eigenlijk al net zo onoverzichtelijk is als mijn fysieke bureau. Mijn aandacht gaat dan daar weer heen: dat te volle bureau waar nu nog meer op ligt, door mijn poging te ordenen. Ik zie dat er vuile vlekken zijn van waar ik sappig fruit heb gegeten. 

Schoonmaken, dat helpt ook. Ik begin met schoonmaken. Als ik in de keuken mijn schoonmaakspullen bij elkaar raap haal ik net zo snel even een doekje over mijn fornuis. De vloer kan ook wel weer een schoonmaakbeurt gebruiken. Ik ben soms verbaasd over hoe snel het weer schoonmaaktijd is. Ik ben niet zo erg huishoudelijk, weet ik. Maar schoon is wel fijn.

Nou ja, zo kunnen mijn dagen gaan. Als ik te rusteloos ben om gefocust te zijn.