Hardop

20 March 2017

In mijn hoofd spelen zich de meest briljante scenes af. Drama ten top. Ik spreek in mijn hoofd ook vloeiend Engels, soms zelfs Frans, wat ik na mijn middelbare school toch nauwelijks nog gedaan heb. Heel kunstig weet ik mij onbekende woorden te omzeilen door vernuftige omweg-zinnen te gebruiken, waardoor ik heel intelligent overkom. In mijn hoofd.

In mijn hoofd ken ik mijn teksten. In mijn hoofd weet ik hoe ik ze ga uitspreken zodat iedereen versteld staat van mijn inleving, mijn doorleefde spel en de lading die ik aan de tekst weet te geven.

In mijn hoofd gaat ook geen letter verkeerd. Ik hoor namelijk ook mijn tegenspeler in mijn hoofd en onze reacties sluiten perfect op elkaar aan. Als ik in mijn hoofd een opname apparaatje had, zou iedereen weten wat ik bedoel. Ik zou een wereldster zijn en in mijn hoofd ben ik daar bij voorbaat maar vast trots op.

De werkelijkheid is dat, zodra ik de woorden hardop uitspreek er iets verandert. Mijn tegenspeler zegt de dingen heel anders dan ik gewend ben. Opeens luisteren er mensen mee. Ik hoor mijzelf en het klinkt anders dan in mijn hoofd. Ik hakkel, vergeet en spreek het miserabel uit. Het is alsof de tekst helemaal los is gekomen van wie ik ben en ik baal van mijzelf. Dat is niet congruent met 'in mijn hoofd'.  Thuis kan ik het echt, echt waar, probeer ik nog te overtuigen, maar de waarheid haalt me in:

Ik moet mijn teksten hardop leren. Ik moet mijn teksten hardop leren. Ik moet mijn teksten hardop leren. Enzovoorts.

Waarom is dat toch belangrijk? Het heeft te maken met luisteren. Leren luisteren naar jezelf zoals je naar een ander luistert: met aandacht.

Als je je teksten hardop uitspreekt, hoor je de nuances, de toon, de muziek. Je hoort ook wanneer je iets zegt op een manier dat je het zelf ook niet gelooft. En de momenten waarop je precies hoort wat je bedoelde te zeggen. Dat maakt dat de taal gaat leven.

Er zijn veel methodes om te zorgen dat je je teksten kent, bij alle manieren waarop je daar aan werkt, hoort dat je naar jezelf gaat luisteren. Luister zoals je tegenspeler dat moet doen als hij de woorden voor het eerst hoort. Luister of je overtuigt. Teksten uitspreken is nog niet eens zo de kunst. Ze zo uitspreken alsof je ze voor het eerst zegt in de omstandigheden waarin je je bevindt, daar zit de kunst. Dan wordt het kunst om de taal ongekunsteld uit te spreken. En daarvoor moet je allereerst je zelf horen.

Als je veel naar jezelf gaat luisteren bij de teksten kan het zijn dat je niks van jezelf gelooft. Dan kan het zijn dat je focus zoveel op het luisteren is, dat de reden waarom je het zegt verdwijnt. Tekst wordt altijd met een reden uitgesproken! Zeg je tekst alsof je het tegen de ander zegt voor wie de woorden bedoeld zijn. Luister naar de woorden alsof jij die ander bent die die woorden nog niet eerder gehoord heeft. Die combinatie maakt dat je leert om nuances in je tekst te leggen en geeft je woorden een grotere geloofwaardigheid.

Hardop je tekst leren. Laat je oren meewerken bij het leren van je tekst. Hoor wat je zegt, ga voorbij het denken. Hardop.






Plaats een opmerking