Vertrouwen
08 April 2019Ik heb twee kinderen. Ze zijn met en oor mijn vallen en opstaan grote volwassen mensen geworden. Ik heb goede en foute dingen gedaan, en soms hebben we het daar over. Dat kan confronterend zijn, maar vaak voel ik me ook dankbaar DAT ze dingen met me bespreken. Ik heb dan denk ik wel iets goeds gedaan. Dat vertrouwen is er, dat ze alles kunnen zeggen. Ook minder leuke dingen. Dat het geen schade aanbrengt maar juist verbinding. Niet dat het altijd makkelijk is, dat weet ik.
In de opvoeding heb ik geprobeerd altijd helder te houden wanneer ik commentaar had op iets wat ze "doen" of op wie ze zijn. Dat laatste is eigenlijk zelden aan de orde. Wie ze zijn is wie ze zijn. En daar wil ik niet aan tornen. Wel kan ik zorgen hebben, me kwaad maken, lachen, verdrietig worden om wat ze DOEN. Tsja, dat heet geloof ik moederschap.
Ik moest hier heel erg aan denken toen iemand, in totaal andere context, geen familie of zo, me vroeg blij te zijn dat hij eerlijk was geweest. De vraag kwam nadat iemand echt bewust iets verkeerds had gedaan, iets waardoor mijn vertrouwen in hem enorm ging wankelen. Iets waar ik echt last van had gehad. Ik wist dat dat aan de hand was, maar had er niets over gezegd, soms wil ik conflicten liever vermijden, ook al weet ik dat ik een punt heb. Ik had me er van gedistancieerd. (De makkelijke weg is soms heel aantrekkelijk).
Hij kwam naar me toe en biechtte op wat hij had gedaan. En of ik kon vergeven, want hij vertelde het toch eerlijk? Dat laatste maakte het moeilijk. "Want ik heb het toch eerlijk gezegd?". Dat klinkt bijna als een vrijbrief om verkeerde dingen te blijven doen: als je het maar eerlijk zegt wordt het je wel weer vergeven.
Ik heb een protestantse opvoeding gehad. Mijn moeder was min of meer tegen het katholicisme, omdat ze vond dat die er maar "makkelijk van af kwamen": Even biechten en klaar. "En dan de kroeg weer in", zei ze er wel eens achter aan. Daar was ze niet zo van. Mijn tienerjaren en bijbehorende kroegbezoeken moeten een schrikbeeld voor haar geweest zijn, maar dat terzijde. Ze vond het een te gemakkelijke weg, een vrijbrief om de verkeerde dingen te blijven doen. Ik heb als kind gedacht dat het inderdaad zo was, maar ben wat genuanceerder gaan denken, gelukkig.
Misschien houdt de vraag van deze vriend me daarom enorm bezig. Ja hij deed iets fout, ja hij heeft het eerlijk bekend. Moet ik de fout vergeven? Vergeten dat het gebeurd is? Of ga ik in gesprek over wat er gebeurd is? Wat dat met mijn vertrouwen in hem deed? Als ik dat doe, voelt het niet alsof ik hem echt vergeef, want ik wil er op doorgaan, ik wil het 'uitpraten'. Ik wil laten weten hoe gekwetst ik me voelde, hoe oneerlijk het was enz. En misschien zit daar dan een vorm van vergeving aan vast? Dat ik het uit kan spreken? Ik heb goed nagedacht over wie hij is (voor mij) en wat het effect is van wat hij doet (deed in dit geval). Het is me uiteindelijk gelukt dit uit elkaar te rafelen. Ik kan hem vergeven omdat ik hem ken, ik kan ook zeggen dat ik het gedrag niet goed vind, en niet meer mee wil maken. Door het uit elkaar te halen kon hij ook naar me blijven luisteren. En dat heeft mij vertrouwen in hem weer terug gegeven.
Vertrouwen is de basis. We zijn nog steeds vrienden.
Mooi he?
Plaats een opmerking